Peter Blythe and David McGlown identificeren dat 75% van de patiënten gediagnostiseerd met de diagnose agorafobie te maken heeft met een traceerbare onrijpheid van het centrale zenuwstelsel. Dit laat zich zien in de aanwezigheid van primitieve reflexen en nog niet goed ontwikkelde houdings reflexen. Dit kan bij de persoon visuele waarneming problemen en oog motorische disfunctie geven (zwakke oogbeweging, fixatie disparatie) welke een invloed kunnen hebben op balans, duizeligheid en angst.
Als neuro motorische onrijpheid (NMI) een factor is dan is het moeilijk voor de patiënt om cognitieve controle terug te krijgen.
Let erop dat niet alle emotionele problemen afkomstig zijn van neuro motorische onrijpheid (NMI). Agorafobie wordt eerder bij volwassenen dan bij kinderen gediagnostiseerd.
Als je denkt dat neuro motorische onrijpheid (NMI) de diagnose agorafobie een deel van je probleem zou kunnen zijn, neem dan contact met INPP op en vraag de uitgebreide vragenlijst voor kinderen of vragenlijst voor volwassene aan.
Agorafobie
Vul de vragenlijst reflexintegratie in voor jouw kind en neem dan contact op met een INPP therapeut bij jou in de buurt.
Werk je in het onderwijs en ben je benieuwd wat het INPP programma voor jouw leerlingen kan betekenen?
Bezoek dan onze onderwijs website op: https://eerstbewegendanleren.nl/
Ben je therapeut of behandelaar voor kinderen/volwassenen en ben je benieuwd hoe jij het INPP programma kan toepassen?
Kijk dan op onze therapeuten website: https://www.inppreflexintegratie.nl/